Dit onderzoeksrapport geeft een actueel inzicht in de arbeidsmarktontwikkelingen in het HIC gebied, met een focus op technische en logistieke functies en speciale aandacht voor de rol van ICT. Uit het arbeidsmarktonderzoek in het Rotterdamse havengebied blijkt dat de positieve economische ontwikkelingen ook waarneembaar zijn in het Haven- en Industriecomplex (HIC) in het Rotterdamse havengebied. Ook de verwachtingen voor de arbeidsmarkt voor de korte en middellange termijn zijn positief.
Na jaren van stagnatie en lage groei geeft de aantrekkende economie een sterke impuls aan de arbeidsmarkt. De hogere vraag naar arbeid die voortvloeit uit de toegenomen bestedingen, overtreft verre het verlies aan arbeidsplaatsen dat samengaat met de doorgaande technologische ontwikkelingen en toenemende arbeidsproductiviteit. Door de groeiende werkgelegenheid, de toenemende arbeidsmobiliteit en de grote flexibiliteit van de arbeidsmarkt ontstaan er de komende jaren een groot aantal baanopeningen, op alle beroepsniveaus. Daardoor neemt de kans op het vinden van werk sterk toe.
Hoewel dit rooskleurige beeld in eerste instantie aanleiding geeft tot tevredenheid zijn er onder de oppervlakte enkele zorgpunten. Structurele trends in vraag en aanbod lopen namelijk onvoldoende parallel. Aan de vraagkant neemt, in samenhang met technologie en digitalisering het gevraagde opleidingsniveau sterk toe, sterker dan de groei in het hoogopgeleide aanbod. Daarbinnen is vooral de verwachte vraag naar hoogopgeleid technisch personeel groter dan de verwachte groei in het aanbod aan hooggeschoold technisch personeel, in het bijzonder in enkele specifieke technische richtingen. Deze categorie arbeid speelt een structurele rol in het handhaven en bevorderen van de efficiency, duurzaamheid en kwaliteit van de Rotterdamse haven. Tekorten kunnen daarom een belemmering vormen voor de gewenste (lange termijn) ontwikkelingen in de Rotterdamse haven en daarmee de groei belemmeren.
Een tweede zorg betreft de mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, die al langdurig een beroep doen op de bijstand. Met de gunstige ontwikkelingen krijgen ook zij in principe een grotere kans op het vinden van een baan. Echter deze kans wordt verkleind, doordat, als gevolg van het aanmoedigingseffect dat van de aantrekkende economie uitgaat, ook mensen die zich gedurende de crisis hebben teruggetrokken van de arbeidsmarkt, zich nu weer aanbieden voor werk. De werkloosheid neemt door het toenemende arbeidsaanbod slechts in geringe mate af en de kans is groot dat juist degenen die al lang afhankelijk zijn van een uitkering, werkloos zullen blijven.
De gemeente, het Havenbedrijf, het onderwijs en sociale partners zullen in overleg deze zorgpunten moeten oppakken. Opleiding en om- en bijscholing zijn vereist om de kwaliteit van het aanbod te verhogen en af te stemmen op de vraag. In het onderwijs en de samenleving moet meer aandacht zijn voor het vak “techniek” en het aanleren van technische vaardigheden. Ondersteuning van groepen met een afstand tot de arbeidsmarkt moet zich nog scherper richten op degenen die langdurig werkloos zijn en hulp nodig hebben, en niet op degenen die nog maar kort werkloos zijn. Tot slot vereist het plaatsen van de doelgroep van de Participatiewet specifieke aandacht. Het onderzoek maakt duidelijk dat er kansen zijn, maar dat er meer inspanningen nodig zijn om deze groep daadwerkelijk aan het werk te helpen.
SEOR is een onafhankelijk onderzoeksbureau gelieerd aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. SEOR voert sociaal-economisch onderzoek uit voor nationale, regionale en lokale overheden, de Europese Commissie, sectororganisaties en private partijen op het gebied van arbeid, sociale zekerheid, onderwijs, innovatie, regulering en ondernemerschap.
Schrijf je hieronder in voor onze nieuwsbrief!